Inanna

Geboorteverhalen

baby

Bevallingsverhaal: Jules Jeremiah Lambert is op komst. Ingestuurd door Elien, mama van Jules

Bevallingsverhaal: Jules Jeremiah Lambert is op komst

Dinsdagavond 25 februari, ongeveer 1 week over tijd. Ondertussen vraag ik me af of Jules ooit wel eens zou komen. ik voel dat hij nog veel te graag in mijn buik zit en nog steeds niet ingedaald is. De laatste dagen heb ik intens genoten van mijn lieve zoontje in de buik. Elke beweging heb ik gekoesterd. Om 21.30 uur steek ik Rune in zijn bed en besluit ik een zalig lang bad te nemen. Ik voel wat harde buiken maar bedenk dat het wel weer voorweeën zullen zijn. Ik besteed er niet teveel aandacht aan. Ze beginnen na een tijdje regelmatig te komen en ik moet er enkele wegpuffen. Om middernacht kruip ik in mijn bed maar zeg eerst tegen Ronny dat ik misschien toch wel weeën heb. Hij vraagt of hij iets kan doen en begint voor alle zekerheid het speelgoed op te ruimen. Een half uur later ben ik terug beneden en vertel hem dat het echt begonnen is. Een uurtje later was er geen twijfel meer mogelijk… weeën om de twee minuten en puffen deed ik als de beste. Kitty werd opgebeld.

Ze zou rustig alles inpakken en komen. Ondertussen maakt Ronny heel de living bevallingsklaar. Ik probeer verschillende houdingen, maar het wordt zwaarder. Een klein uurtje later zeg ik Ronny dat Kitty er beter snel zal zijn want ik voel dat het niet meer lang zal duren. Gelukkig horen we op dat moment Kitty aankomen. Ze heeft Elke, een studente, mee. Wanneer Kitty eens voelt heb ik reeds zeven centimeter maar Jules is nog steeds niet ingedaald. Ook mijn water is nog niet gebroken. Dat maakt het moeilijker een goede houding te vinden. Kitty wil mijn water liever niet breken want dan zou de baby gaan schuiven. Ondertussen wil Ronny een sigaretje gaan roken, maar Kitty roept hem onmiddellijk terug want het is voor alle minuten.De baarkruk wordt erbij gehaald. Deze keer zal Elke achter mij zitten want Ronny wil het eens echt zien en vastleggen op video.ik krijg het even heel moeilijk. Er komt een immense druk. Ik moet plassen en onmiddellijk daarna breekt mijn water. Ik krijg een enorme perswee. Ik mag niet te hard meepersen maar mij lichaam luistert niet en perst met volle kracht. Ik kan even rusten. Twee persweeën later ligt Jules op mijn been. Kitty moet bijna duiken om hem op te vangen. Om 18 voor drie is Jules geboren en de placenta volgde onmiddellijk. We hebben heel weinig videomateriaal en Ronny heeft zogoed als niets kunnen zien. Ondertussen komt Julie aan en die ontdekt dat ze alles heeft gemist.

’s Morgens bel ik iedereen op. Ik heb nog niets geslapen, maar de adrenaline giert nog. Ik kan niemand de naam vertellen want we willen ons ventje iets beter leren kennen en zien of de naam wel bij hem past.

Zelf heb ik het enkele dagen later heel moeilijk. Alles is zo snel gegaan dat ik weinig tijd had om het te begrijpen en verwerken. Ik heb meer genoten van mijn vorige bevalling die veel rustiger verliep. Eén ding weet ik zeker… de volgende keer zal ik vroeger naar Kitty bellen zodat ze er iets langer bij kan zijn.

Ondertussen heb ik alles kunnen plaatsen en geniet ik ten volle van mijn 2 prachtzonen. Vol verwondering en bewondering ervaar ik dat het leven met vier weer helemaal anders en ongelooflijk fantastisch en vermoeiend is.

ikke

Bevallingsverhaal van Tijs. Ingestuurd door Els, de mama van Tijs

Bevalling van Tijs

Dag Kitty,

Het is even geleden, drie en een half jaar om precies te zijn, en naar het schijnt was mijn bevalling er een die je erg is bijgebleven.

Ik zat gisteren met mijn hoogzwangere buurvrouw Lina te kletsen, uiteraard ook over onze kroost en haar nakende bevalling, en ze zei me dat ze had gevraagd naar de mogelijkheid dat de schouderkes er niet goed doorkwamen, zoals bij haar buurvrouw, en ze zei dat je dat niet echt de meest ontspannende bevalling uit je carrière vond.

Ik kan je geruststellen : Tijs is een flinke kleuter geworden, geen reus meer, eerder gemiddeld van lengte en gewicht en hij is zich wonderbaarlijk bewust van de beweeglijkheid van zijn lijfje : hij danst, klimt, springt als geen ander. Zijn schouders zijn stevig, maar niet uitgesproken breed voor zijn leeftijd. Wel heeft hij nog altijd het gaatje aan zijn oren : zowel links als rechts had hij een kieuwgaatje waar vocht uit kwam, links is het na een jaar dichtgegroeid, rechts blijft het open. Wanneer Tijs een verkoudheid heeft, komt er pus uit zijn gaatje, een oorontsteking heeft hij nog nooit gehad.

Zelf heb ik na deze bevalling eigenlijk ook niets overgehouden. De osteopaat heeft mijn bekken terug recht gezet. Het heeft meer dan twee jaar geduurd voor mijn buikspieren terug netjes sloten, maar dat zal er ook wel mee te maken gehad hebben dat ik daar niet echt veel moeite voor heb gedaan.

De bevalling, nee, die zal ik uiteraard nooit vergeten, zoals geen enkele moeder haar bevallingen vergeet, denk ik.
De weeën waren er eindelijk, een week na de uitgerekende datum. Ik had me er bijna bij neergelegd dat dit de eerste baby ging zijn die niet geboren ging worden. Je kwam ’s nachts aan, samen met mijn zus, denk ik, en hebt me in bad geholpen omdat de weeën lang duurden. In bad duurden ze even lang, maar waren ze draaglijker. In de rustperiodes bewoog hij geruststellend. Hij, daar was ik al lang van overtuigd, dit was een jongen.

’s Morgens, toen het licht werd en enkel Leen, mijn zus wakker was, wou ik er weer uit. Ik weet dat Lotte nog even is komen kijken, ze ging toen pas naar school en Leen zorgde die dag voor haar.
“mama, heb jij pijn in je buik?”
“ja Lotje”
“Komt de baby dan?”
“ja, die komt straks”
“Is de vroedvrouw er?”
“Ja, die is beneden”
“Ah, dan is’t goed, ik ga naar school!”
Ik was blij dat we samen zo veel hadden gepraat en dat ze misschien niet helemaal, maar dan toch een beetje, op haar niveau, wist wat er ging gebeuren.

Bruine boterham met kaas. Dat was mijn ontbijt. Niet dat het mij boeide, maar energie had ik wel nodig.

Uit bad, op het toilet. Je kwam vragen waar ik wou bevallen, zodat je alles kon klaarzetten. Het kon me niet schelen, echt niet, je koos de slaapkamer, en daar ben ik nog blij om, de badkamer was heel klinisch.

Van het toilet, op bed. Alles afgedekt met de plastiek en het laken dat ik had klaargelegd, je kraampakket er bij gehaald. Leen kreeg een metalen doosje om in de oven te zetten. Naaigerief? Om te steriliseren? Ik zat in de weeën, op mijn knieën, toen je me zei “Goed, volledige ontsluiting, maar nu moet je eerst persen om je water te breken.” Dat vond ik raar. Dat het nog niet gebroken was en dat je me het zelf liet doen, al vond ik dat laatste best. Ik perste en het brak. En ik voelde het : hij daalde eindelijk in. Mijn bekken zette op enkel tellen uit, de pijn van bekkeninstabiliteit verviel in het niets. Het leek alsof het scheurde, vanbinnen. Hij moest er uit.

Van het bed op de baarkruk. Hij moest er uit. Een paar keer persen, zijn verfrommeld hoofdje zat klaar. Het brandde, even wachten, de volgende wee kwam zijn hoofdje er netjes uit. Ik heb toen even gekeken, grappig, tussen er zijn en niet zijn. En dan is de theorie dat je bij de volgende perswee je baby opvangt voor hij op de grond valt. Dat deed hij dus niet. Ik had er geen erg in en dacht : ik moet me op mijn hurken zetten, zo gaat hij er wel uit kunnen. Nog een poging. Toen veranderde je stem. Kitty, je stem is zo zacht. Iedereen die ik ken en met jou bevallen is, beaamt dat: je hebt een stem die pijn wegneemt. Zacht, bijna fluisterend. Je houding veranderde niet, alleen je stem, en toen wist ik dat het niet goed was.

Je zei dat zijn schouders vastzaten. Nele, de andere vroedvrouw, moest op mijn buik duwen. Ik zei wanneer het kwam. Tussen er zijn en er niet zijn mag niet te lang duren. Je zette me op m’n knieën. Ondertussen hadden het bijna geboren kindje en ik je rescue-remedy-voorraad al flink aangesproken. Ik zat op mijn knieën en dacht : “Dit is niet goed”. Dat niet alleen, ik zal eerlijk zijn, ik dacht “Verdomme, ik ben hier aan het doodgaan en mijn kindje ook. En dan zal iedereen zeggen dat dat was omdat ik perse thuis wou bevallen. Dat gun ik ze niet.” Op de knieën lukte niet.

Van de knieën naar hurken. Ik wist dat het zo wel ging lukken. Geen verstand, enkel gevoel. Je nam bij het persen zijn hoofdje vast, Nele duwde op mijn buik en mijn bijdrage bestond uit een oerschreeuw. Geen gegil of gebrul : een oerschreeuw die zei dat ik wou leven. Ik duwde en zijn armen kwamen. Nog eens duwen voor zijn buik. Nog, zijn billen moesten er ook door.

Daar lag hij. Groot, dik en blauw. Blij dat hij er uit was, dat wel, maar hij deed niets. De navelstreng klopte nog, hij kreeg al het bloed dat beschikbaar was en kleurde bij. Het zuurstofslangetje bij zijn gezichtje, slijmpjes weggezogen. Groot, dik en ondertussen rood. Met een verfrommeld, asymetrisch gezichtje. Lelijk. Moet een moeder haar kindje niet direct graag zien? Ik zei iets als “adem dan toch, mooi kindje”, en voelde dat het niet goed zat. Hij ademde wel, deed een beetje “ehehe”. Zijn vader knipte de navelstreng door en daar lag hij : mijn pasgebaarde zoon. Zwart haar. Leen kwam even kijken, fiere tante, maar ze ging direct terug naar beneden.

Tijd voor de placenta, maar die kwam niet. Je werd een beetje kwaad :
“Je hebt die placenta niet meer nodig”
“ja, dat weet ik, hij moet er uit”
“duw hem er dan uit”
“nee, niet trekken, die zit vast”
Niet echt een literair hoogstaande conversatie, eerder van essentie en urgentie in één. Twee spuitjes om de placenta te lossen. Je had me gezegd dat je zelden spuitjes gebruikte, dat is immers niet nodig. Ondertussen stroomde het bloed uit mij, ik had het niet echt door, tot je me op bed zette en ik de bedpan zag. Half geloste placenta, baarmoeder kan niet volledig samentrekken om de bloeding te stoppen. Ja, ik had best veel gelezen op voorhand, maar dat ging over ziekenhuizen, daar word je in slaap gedaan en haalt de gyneacoloog de placenta er uit. Thuis, daar doe jij dat. Nog een paar druppels rescue-remedy en ik beet op mijn tanden. De pijn ging gelukkig snel weg. Ik begreep maar niet waarom je bleef vragen of het nergens pikte. Je controleerde me nog eens.
“Echt nergens?”
Ik twijfelde even : kan pijn zo veel pijn doen dat je hem niet meer voelt?
“Nee, echt nergens”
Geen totaalruptuur, waar je zo bang voor was, zelfs geen scheurtje. Niks. Het mag mee zitten, niet?

“Heb je grotere hemdjes?”
“Hoezo?”
Ik zag Tijs met zijn schouders uit het hemdje steken. Maatje 56, waar Lotte in paste tot ze 3 maanden oud was. Ik zou later wel de grotere zoeken, voorlopig lag hij toch warm en dicht bij mij.

Kraamverband, zoon in mijn armen. Terwijl ik van de ene kant van het bed naar de andere verhuisde, verschoonden jullie de lakens. Zalig.
Samenvatting van de zoon : hoofd van 37 cm, 4 kg 180, en voor een keer heb je de baby wel gemeten : 54 cm. En dat met ouders die zelf met moeite 160 cm zijn. Stevig bazeke.

Het was middag, Lotte kwam thuis van school. Ze bleef in de deuropening staan.
“Is dat mijn broertje?”
“Ja”
En weg was ze. Dat broertje zou niet weglopen, ze at haar boterhammen en tante Leen bracht haar terug naar school.

Ik moest hem graag zien. Instant. Nu. En dat kwam niet. Mijn bekken leek uiteen te liggen. Bekkeninstabiliteit is één ding, een dikke baby die in een beweging indaalt nog iets anders. Baby’s horen mooie en klein en zacht te zijn. Tijs, zonder “h” is een uur na zijn geboorte beslist, was dat niet. Geen instant moedergevoel, deze baby had me te veel pijn gedaan. Ik had hier zo naar uitgekeken, zo vaak tegen hem gesproken in mijn buik. Er uit was toch iets anders.
“Ik moet hem graag zien” dacht ik, tegelijk beseffend dat je niet op commando iemand graag ziet, al wil je het nog zo graag. Mijn verantwoordelijkheidsgevoel nam het over. Hij had direct door hoe hij het colostrum uit mijn borsten moest krijgen. Met de ervaring van 22 maanden borstvoeding bij de oudste, weet je ook beter “hoe het werkt” dan bij een eerste.

Tijs had pijn. Zijn nekje en schouders deden pijn en je was bang dat er iets echt mis zou zijn, al waren zijn bewegingen hoopgevend. Hij kreeg arnica-druppeltjes, dan stopte hij met huilen voor een tijdje. Ik kreeg de eerste week liters vrouwenmantelthee en herderstasje.

De eerste dagen heb ik in bed doorgebracht. Na de bevalling van Lotte liep ik direct rond, nu geraakte ik zelfs niet aan het toilet. Niet alleen ontbijt, ook middag- en avondeten kwam op bed. Tijs lag naast me, in het midden van het bed. Ik vond hem al iets leuker, al moet ik zeggen dat ik niet echt gecharmeerd was door zijn kleine oogjes en dikke, vervellende handjes. Bezoek is pas de tweede dag gekomen, ’s avonds dan nog en heel even. Ik was voorzichtig trots, een beer van een baby, thuis geboren, moeder en kind helemaal in orde.

De derde dag ben ik uit bed gekomen. Je had Tijs net gewassen in de badkamer, het kleine badje waar Lotte in had gelegen was al te klein voor hem, en hij viel in slaap terwijl je hem afdroogde. Voorzichtig, een beetje draaierig naar beneden, om de draad van het gewone leven terug op te nemen. Met baby, die ik dag na dag liever begon te zien.

Na een tijd zat ik niet goed in mijn vel, de bevalling had dan lichamelijk geen sporen nagelaten, mentaal was iets anders. Ik heb me vaak afgevraagd hoe het zou gelopen zijn als ik “gewoon in het ziekenhuis’ zou bevallen zijn. Ondertussen ben ik er uit : door te kiezen om zelf te bevallen en beroep te doen op jouw wijsheid en kunde, heb ik beseft hoe sterk ik kan zijn. Je hebt me vertrouwen gegeven, ook al was mijn zwangerschap niet gemakkelijk te noemen en was ik zelf ook erg onzeker. Het besef dat ik zo graag leef, heeft me veranderd. Veel bewuster van wat ik met de rest van mijn leven kan doen. Je leeft immers maar een keer, wat zijn je idealen? Met welke compromissen kan en wil je leven? Hoe wil je welke kansen geven aan je kinderen?

Er zijn nu meer dan drie jaar overgegaan. We wonen niet meer in Tijs zijn geboortehuis, ook niet meer bij zijn vader. We wonen nu in wat Tijs “het bloemenhuis’ noemt. Lotte bloeide open en ik ook. Tijs heeft nu geen zwart haar meer, wilde, blonde haren en hij ziet er uit om op te eten.

Ik wil je bedanken voor het vertrouwen en om toen niet te laten merken hoe beangstigend je het vond. We zijn er doorgeraakt, dat telt. Ik hoor geregeld van je, via vriendinnen die ook beroep doen op jou en dat doet me plezier, ik word er telkens goed gezind van. Niet dat het aan de orde is, maar moest er ooit een derde kindje komen, zie je het dan nog zitten om naar het bloemenhuis te komen?

Vriendelijke groeten,

Els

Een moeilijke bevalling. Door Ils Van Roosbroeck, mama van Nina

Een moeilijke bevalling …

“Oma moe! Myama aandoen!” roept ze terwijl ze met oma’s pyjama door de keuken holt. Twee jaar geleden wisten we nog niets af van haar bestaan en nu verbaast ze ons elke dag onder andere met de nieuwe woordjes die ze weer heeft bijgeleerd. Een wonder is het. Je leven verandert er door. Zwanger zijn, bevallen en je baby zien opgroeien tot een flinke peuter … zoiets speciaals was ons tot nu toe nog niet overkomen. Genoeg stof voor een artikeltje in het Raakske, vond mijn vader. Ja, ja, maar ik moest het wel schrijven … Je mag het best weten: het tot stand komen van dit artikel was niet zo eenvoudig.

We begonnen iets te vermoeden toen ik ongeveer 2 jaar geleden plots niet meer tegen de geur van currysaus kon. Bovendien was er iets mis met mijn smaak. Ik lustte geen koffie meer, geen wijn en zelfs een trappistje kon me niet meer bekoren. Vreemd … Enkele weken, een zwangerschapstest en een bezoekje aan de huisdokter later, wisten we het zeker: we zouden mama en papa worden. Waaaw! Maar wat nu. We waren niet van plan om het meteen tegen iedereen te gaan vertellen en toch hadden we een heleboel vragen. Vervelend natuurlijk.
De huisdokter had me doorverwezen naar mijn gynaecoloog. Volgens hem was het na 12 weken zwangerschap het ideale moment om een eerste echografie te laten nemen. Oeps. Ook weer vervelend, want ik had helemaal geen gynaecoloog. We wisten dat gynaecologen verbonden zijn aan een ziekenhuis. En daar knelde het schoentje: hoe kon ik nu al beslissen in welk ziekenhuis ik wou bevallen als ik helemaal nog niet zeker was of ik wel in een ziekenhuis wou bevallen. De naam alleen al: ziekenhuis! Ik was toch niet ziek zeker. Integendeel: ik had me zelden zo goed gevoeld …

Bij vrienden van ons zijn hun 4 kinderen in alle rust en intimiteit thuis geboren.
Thuis bevallen zei ons in ieder geval veel meer dan in een ziekenhuis.
Ik zocht informatie over thuis bevallen, maar vond niet veel. Iemand stopte me goedbedoeld ooit wel een foldertje in mijn handen van de organisatie “Bewust bevallen”. Maar klopten die gegevens nog wel? Uiteindelijk vonden we wat we nodig hadden: het adres van een ervaren zelfstandige vroedvrouw. Ik maakte een afspraak en enkele dagen later ontmoetten we Kitty voor het eerst. De “praktijk” van onze vroedvrouw zag er heel anders uit dan ik verwachtte: geen koele onderzoekstafel met stijgbeugels of tafeltjes vol medische werktuigen. Wel een muur vol foto’s en geboortekaartjes, een gezellige zitbank met kussens en een huiselijke sfeer. We voelden ons meteen op ons gemak achter het rommelige bureautje van haar. Ze had tijd voor ons en we kregen antwoord op al onze vragen. We werden erop gewezen dat in het vroege stadium van de zwangerschap waarin wij nu waren, de plaats van de bevalling niet zo’n rol speelt. Wel de keuze door wie we ons wilden laten begeleiden. Dat kan door een gynaecoloog, een huisarts of een vroedvrouw.

Een zelfstandige vroedvrouw bereidt je voor op een natuurlijke bevalling. Je gaat maandelijks op consultatie bij haar, je volgt eventueel een reeks prenatale infoavonden (samen met andere koppels), ze begeleidt de bevalling en als je thuis bevalt, komt ze nog een aantal keer op huisbezoek voor de zorg voor de kersverse moeder en baby. Als je kiest voor de begeleiding van een vroedvrouw, kan je zowel thuis, in een geboortecentrum of op de kraamafdeling van een ziekenhuis bevallen. Ze helpt je bovendien bij het maken van die keuze. Want je wil natuurlijk geen risico’s nemen. Een thuisbevalling kan alleen maar als de vroedvrouw zeker is dat het over een normale bevalling gaat. Er moet dus aan een aantal voorwaarden voldaan worden. Je kan bijvoorbeeld niet thuis bevallen als je vorige bevalling een keizersnede was, of als je vóór de 37ste week in de zwangerschap bevalt, of ná de 42ste week, of als je tijdens de arbeid plots veel bloedverlies hebt, of als bij het breken van de vliezen blijkt dat het vruchtwater gekleurd is, of …

Ook al kies je voor een thuisbevalling, je moet steeds in je achterhoofd houden dat de vroedvrouw op het laatste nippertje toch nog kan beslissen om naar het ziekenhuis te gaan. We hadden ook graag geweten of de vroedvrouw zelf een echografie kan nemen. Dat deed ze niet. Daarvoor moesten we naar een gynaecoloog. Ze werkte nauw samen met een gynaecoloog in de buurt. Volgens Kitty was het niet nodig om (de drie terugbetaalde) echo’s te laten nemen tijdens de zwangerschap. Waar we ons hoofd totaal nog niet over hadden gebroken, washet financiële plaatje. Als je op consultatie gaat bij een arts, betaal je hiervoor een eigen bijdrage en betaalt het ziekenfonds een deel terug. De erelonen van gynaecologen en de ziekenhuiskosten kunnen soms hoog oplopen.De rekeningen van de consultaties en de bevalling zelf door een vroedvrouw worden volledig terugbetaald door het ziekenfonds. Met andere woorden: een thuisbevalling is volledig gratis. Dat was mooi meegenomen.

Na al die wijsheid kozen we voor een natuurlijke bevalling onder begeleiding van een zelfstandige vroedvrouw. Natuurlijk bevallen wil zeggen dat er zo weinig mogelijk wordt ingegrepen in het natuurlijk proces van een geboorte: geen inleiding, geen epidurale verdoving, geen keizersnede, … als het niet echt nodig is. Het was ons toen ook al duidelijk dat we zouden gaan voor een thuisbevalling, als alles tot op het einde “normaal” bleef. Ik zou wel één echo laten nemen. Elke maand gingen we trouw op consultatie bij Kitty en Julie. Omdat mijn bevalling mogelijk tijdens het verlof van Kitty zou vallen en omdat het ons eerste kindje is, stelde Kitty voor om de zwangerschap samen met een andere vroedvrouw, op te volgen. Er werd medisch gecontroleerd of alles nog ok was maar er was iedere keer zeker ook tijd voor vragen en twijfels. Alles was bespreekbaar. Als Kitty informeerde hoe het met ons was, dan wou ze écht weten hoe en dan verwachtte ze ook dat je vanalles vertelde. Het was dus geen beleefdheidsvraag.

De consultaties duurden gemiddeld een uur. Mijn enige bezoek bij de gynaecoloog was op 10 minuten afgehandeld. Een vreemde ervaring voor mij. Het ging zo vlug en afstandelijk en koel. Het had best een leuke ervaring kunnen zijn. Want ik werd daar voor het eerst geconfronteerd met “leven” in mijn buik. Er zat daar een écht kindje, met een hoofdje, armpjes, handjes, vingers en zelfs teentjes kon ik onderscheiden. En het bewoog. Fantastisch. Maar dat besefte ik pas een half uur later, toen ik weer achter mijn bureau zat op m’n werk. Het bezoek aan de gynaecoloog sterkte me wel in de keuze die we gemaakt hadden. Het zou voor mij een heel frustrerende periode zijn, als ik niet over alles kon praten zoals dat bij Kitty wel kon.

De keuze voor een thuisbevalling werd niet door iedereen als “normaal” beschouwd. Vooral de grootouders in spe moesten overtuigd worden dat het wel veilig en verantwoord was. Andere mensen zág je gewoon denken aan middeleeuwse praktijken bij het woord “thuisbevalling”. Niet dat we ons daar veel van aantrokken. Maar het was niet zo evident om er zomaar met iedereen over te praten, dat merkten we zeker.

De prenatale infodagen waren best interessant. Er werd duidelijk wat er zich tijdens de arbeid allemaal afspeelt in je lichaam en hoe je hiermee omgaat. De voor- en nadelen van epidurale verdoving, keizersnede, de “knip”, de verlostang, horizontaal bevallen, … passeerden de revue. Ook heel de hormonenhuishouding bij een bevalling en de gevolgen daarvan kregen we haarfijn uitgelegd. Kitty en Julie leerden ons omgaan met pijn, ademhalingsoefeningen, opvangen van weeën, de taken van de partner tijdens de arbeid en de bevalling en nog veel meer praktische dingen. Ik wist zeker dat ik niet horizontaal wou bevallen maar verticaal, op een baarkruk. Gert moest even informeren of dat niet gevaarlijk was, zo’n barkruk, want als je daar afvalt, da’s toch nogal hoog … Bij het zien van de baarkruk waren dan ook alle toekomstige papa’s verbaasd. De baarkruk is niet hoger dan 40 cm en ziet eruit als een WC-bril die vooraan open is met pootjes onder. Het enige nadeel van een vertikale bevalling is dat de verloskundigen een minder goed zicht hebben op het gebeuren. Maar vermits onze bevalling niet gefilmd zou worden voor één of ander populair tv-programma, vonden we dat geen echt nadeel.

Na de prenatale info voelden we ons mentaal goed voorbereid en zagen we het hele gebeuren allemaal goed zitten. Het was midden mei en het kindje ging normaal rond 20 juli geboren worden. Nog ruim 2 maanden om alle praktische dingen rustig voor te bereiden: babyspulletjes in huis halen, geboortekaartje maken, materiaal verzamelen voor de bevalling, … Eind juni, braderij in Heist en ik bijna 37 weken zwanger. Vanaf zondag mocht de bevalling thuis doorgaan. Ik wou zeker mijn 40 weken uitdragen, want anders zou Kitty er niet bij zijn. Ze vertrok woensdag op verlof tot 19 juli. En daarbij, Gert had het deze week nog eventjes heel erg druk met repeteren en optreden. Nochtans begon ik dat zwanger zijn eigenlijk al wel een beetje beu te worden: de optredens van Al&Trick op de braderij en de chirofeesten moeten missen, de berg bijna niet meer opgeraken met de fiets, tot in de helft van de Bergstraat wandelen en al moe zijn, …

Maandag 1 juli. De eerste dag van mijn zwangerschapsverlof en de grote vakantie. Rotweer. Ik heb die namiddag de laatste doeken gestreken die nodig waren voor de bevalling. Gert had ervoor gezorgd dat het geboortekaartje klaar was (bijna 3 weken te vroeg nog wel!) maar het bedje mocht hij nog niet ineensteken van mij. Ook niet toen hij die avond, na de repetitie rond middernacht thuiskwam en ik wat vage rugpijn kreeg. Dat vond ik wat te voorbarig … Nog 19 dagen. Dachten we.Geen 7 uur later lag Nina in mijn armen. Thuis, op bijna dezelfde plaats waar mijn vader geboren werd. Kitty was nog niet op vakantie vertrokken en was er dus bij en papa Gert was niet aan ’t optreden of repeteren. Ze koos zelf het ideale moment en de ideale plaats om ter wereld te komen. De bevalling verliep vlot en we hebben er eigenlijk niets dan goede herinneringen aan.

En de titel dan? Dat ging over het schrijven van dit artikel natuurlijk. En iedereen houdt toch wel van wat sensatie … Niet?

Ils Van Roosbroeck, mama van Nina

Bevallingsverhaal: Hannes. Ingestuurd door Marijke Van Eeckhout, mama van Hannes

Bevallingsverhaal: Hannes

Zondag 17/02, om 3u52, is onze 2de rakker Hannes in onze wereld gekomen.
Een stoere jongen van 53cm en 4kg620 ! – Niet zo verwonderlijk na Timo…

Het was de bedoeling dat we in een klein, gezellig ziekenhuis zouden bevallen, maar het is iets anders uitgedraaid, het was meer dan een uur rijden, en we hebben het niet gehaald. Hannes is helemaal op z’n eentje (ok, en een beetje hulp van mama) gekomen op 3/4 van de rit, in een van de vele tunnels. De ambulance wachtte op ons aan de andere kant van de tunnel.

Van begin tot einde heeft het 1,5u geduurd, het eerste half uur thuis was ik overtuigd dat het valse weeën waren (onregelmatig in kracht en duur) tot ik meteen overging in gigantische weeën (en dan zijn we ook direct vertrokken !) om de 10 minuten, met al behoorlijk wat persdrang. Met schoonvader achter het stuur van zijn gloednieuwe auto (eerste ‘rit’) en Øyvind aan de telefoon met ziekenhuis-ambulance, tegen 120/u, is mijn water gebroken op de achterbank, en na een 4tal keer persen floepte Hannes eruit.
Als kosmisch toeval heette de eerste vroedvrouw die me opwachtte en verzorgde (en de moederkoek hielp geboren te worden) ook Kitty -erg ongebruikelijke naam hier in Noorwegen. Dus op een zekere manier was je er ook bij… 🙂

Ik moet je erg hartelijk bedanken voor al je goede zorgen en raad bij m’n eerste bevalling, want ik weet zeker dat ik anders het hoofd niet zo koel zou gehouden hebben! Het was een enorme ervaring, zowel positief als een beetje negatief, maar het belangrijkste moment, waarop ik z’n hoofdje voelde staan en eruitkomen tot dat ik Hannes ‘aanpakte’ zal me altijd bijblijven.

Nogmaals bedankt en ik hoop dat je nog lang vele mama’s mag begeleiden.

groetjes,

Marijke, Øyvind, Timo & Hannes

Ervaringen vanuit de waterrelaxatie. Ingestuurd door Kitty

Ervaringen vanuit de waterrelaxatie

Oscar is nu vijf maanden. Een prachtkereltje, en in zijn badje is hij een ware kampioen. Dat hij zoveel plezier beleeft in het water, zal wel geen gevolg zijn van de waterrelaxatie. Maar we hebben wel zo veel meer te danken aan die acht weken bij Kitty. Wat nu ook al weer de overwegingen waren om met de waterrelaxatie te starten, weet ik niet meer precies, maar een ding stond vast:Danny en ik wilden heel intens genieten van die eerste zwangerschap.
In ons drukke leventje was het dan ook heel welgekomen om ons een keer per week samen vrij te maken en stil te staan bij het groeiende wondertje. Wat ik er zou aan overhouden, heb ik pas gaandeweg ontdekt.

Met mijn kleine buikje stond ik die eerste keer wat onwennig in dat dikkebuiken-badpak. Volgens velen was het nog te vroeg om al aan ‘prenatale’ te beginnen, maar ik ben blij dat ik er zo vroeg mee gestart ben, want wat ik er heb geleerd, heeft de rest van mijn zwangerschap heel wat zinvoller gemaakt. Natuurlijk waren we blij met de technische uitleg: bekkenbodem, soorten weeën, de werking van de hormonen, de geboorte… heel verhelderend, ook al had je.al twee boeken gelezen.Maar waar het echt over ging, staat in geen enkel boek.

Elke sessie hebben we misschien wel een uur stilgestaan bij de ademhaling. Ik leerde hoe ik via een juiste ademhaling tot rust kon komen, maar ook steeds meer grenzen kon verleggen. Me concentreren op die ademhaling bracht me in een andere wereld, één waar ik meer grip had op mezelf en op het wezentje in mij. Kitty leerde ons hoe we op bezoek konden gaan in onze eigen buik. Ja, iedere sessie startten we met een bezoekje aan ons kindje zodat we de rest van de sessie extra bewust waren van ons drieën. Het verdere verloop van de sessie was afwisselend, maar de rode draad was het heerlijk tot jezelf komen in de ondersteunende armen van je partner.

Ja, die mannen hebben kunnen zwoegen terwijl wij daar heerlijk lagen te drijven. Ik voelde me soms een of ander waterplantje, in alle bochten golvend op het ritme van je eigen adem. Soms gingen we helemaal onder water, dat maakte immers deel uit van het grenzen verleggen. Dat die grenzen niet eens in de buurt kwamen van de eigenlijke bevalling, dat besefte ik toen ook al, maar toch heb ik tijdens het opvangen van mijn weeën veel terug gedacht aan die waterervaringen. Ik slaagde erin om net zoals in het zwembad terug te kruipen in mijn eigen lichaam, bewust om te gaan met de pijn. Het was alsof ik elke wee kon vastgrijpen, ik zag wat ze met mijn lichaam deed en was er verwonderd over. Ik kon genieten van de pijn, want dankzij de waterrelaxatie was ik er ook echt van overtuigd dat elke wee iets goeds was en ons verder op weg hielp.

Ik kan natuurlijk niet vergelijken, want een gewone ‘prenatale’ heb ik niet gevolgd. Maar de sessies bij Kitty waren zoveel meer dan wat turnoefeningen en wat puffen. Eerlijk gezegd, dat puffen was slechts bijzaak. Dankzij de wateryoga en aqua wellness voelde ik me na anderhalf uur als een herboren mens, zo licht als een veertje maar ook zalig uitgeput.

Danny was dan misschien wel op een andere manier uitgeput, maar toch heeft ook hij er intens van genoten. Hij heeft zo leren inzien dat hij een heel belangrijke rol te vervullen had in onze zwangerschap. Hij hielp me om me te concentreren en mijn grenzen te verleggen maar hij wist ook hoe en wanneer hij afstand moest nemen. In die acht weken zijn we een duo gaan vormen dat nuchter maar heel bewust de bevalling tegemoet ging.

Natuurlijk loopt tijdens de bevalling alles anders dan je het misschien had verwacht of gehoopt, maar ik denk nog vaak terug aan onze arbeid die zo mooi is verlopen. En ja, ik ben ervan overtuigd dat die waterrelaxatie ons dichter heeft gebracht bij dat heel intens genieten van de bevalling. Daarom heb ik soms wel de neiging om iedere zwangere vrouw te vertellen over onze waterervaring, maar dan bijt ik op tijd op mijn tong. Ieder maakt het voor zich uit, maar een ding staat vast, bij de volgende zwangerschap gaan wij weer met heel veel plezier over en weer van
Antwerpen naar Mechelen rijden om daar een nieuw wonder van dichtbij te gaan beleven.

ikke

Geboorteverhaal van Ada

12 maart 2025

Half vijf in de ochtend, ik word wakker van krampen in mijn buik, ze komen en gaan.

Na drie duidelijke golven stap ik uit bed.
Jelmer wordt wakker en vraagt wat er aan de hand is.
“Blijf nog maar even liggen, ik heb buikkrampen, ik ga naar beneden” zeg ik.
Hij loopt toch achter me de trap af, met het donsdeken over zijn schouder.
Hij nestelt zich in de zetel naast me terwijl ik golf na golf de weeën opvang, op handen en knieën op de mat en heen en weer lopend tussen de living en het toilet.
Jelmer blijft niet lang in de zetel liggen, hij is klaarwakker en begint het ritme van de weeën te timen: om de 5 minuten.
Hij belt onze vroedvrouw K. Een uur later stappen we de auto in op weg naar haar geboortehuis.

De avond ervoor hadden we ingepakt, inclusief alle bevallingsspullen, om naar de trouw van Jelmers zus te gaan in Gent. Alles stond dus al klaar, in een paar minuten zitten we met ons hebben en houden in de auto.

Het is nog donker buiten, ik zit gehurkt op de vloer achter de bestuurderszetel, kan net met mijn ogen naar buiten gluren en de weg meevolgen.
Jelmer toetert als we onderweg passeren bij mijn ouderlijk huis. Het is rond zes uur, mijn mama is vast al wakker.

Aangekomen zien we dat er gedimd licht brandt, vroedvrouw K heeft de bevallingsruimte klaargemaakt voor ons.
Ik heb mijn pyjama en pantoffels nog aan en slof naar binnen, tussen twee weeën door.

Ik zit dicht bij de grond, Jelmer naast me, klaar om me te ondersteunen waar nodig.

De weeën worden intenser.
Een resem aan klanken rolt uit mijn mond.
K komt bij me zitten, kijkt me aan “ga met je aandacht en ademhaling naar je buik, maak diepe klanken vanuit je onderbuik, het helpt je om je bekkengebied verder te openen”.

De eerste zonnestralen komen langs het gordijn naar binnen piepen.

Ik begin te trillen over heel mijn lichaam en te klappertanden. Een reactie die ik van mezelf ken bij diepe fysieke en emotionele ontlading. Ik heb het niet in de hand.
“Kom terug met je aandacht bij je kindje, Hanne” hoor ik K zeggen “ga met je aandacht naar je bekken, naar de opening die daar ontstaat”.
Ik besef dat ik in mijn zijnstoestand weinig verbinding heb met ons kindje in mijn buik. Dat ik me zou kunnen verliezen in deze ontlading van oude spanning en pijn.
Al mijn aandacht en focus is nu nodig om samen met ons kindje de weg naar buiten vrij te maken. Ik spreek mezelf luidop toe. Het trillen verminderd, maar is nog niet helemaal weg.

We verleggen ons naar het bad.
De warmte doet deugd. Jelmer en K zitten langs de badrand.
“8cm ontsluiting” meet K, de voorweeën van de afgelopen weken hebben blijkbaar al heel wat voorbereidend werk verricht.

Te midden van een weeën golf zit er af en toe een perswee tussen. Diepe buikademhaling is niet meer haalbaar, ik schakel over naar kort en krachtig puffen, zoek het gezicht van K op en puf mee op het ritme dat zij aangeeft terwijl ik Jelmers hand platknijp, hij voorkomt dat ik kopje onder ga in bad door me stevig vast te houden en puft mee.

Met dit krachtige team aan mijn zijde kan ik in de meeste weeëngolven duiken. Het is op het toppunt van mijn kunnen en vraagt alle aandacht en focus die ik ter beschikking heb.
Bij s
ommige golven mis ik de boot, geen tijd om er bij stil te staan, meteen weer recht krabbelen en klaar staan voor de volgende golf.

Ik word wat slap en vraag om fruitsap.
Appelsap uit een rietje wordt mijn krachtdrank voor de tweede helft.

Het badwater koelt af, tijd om eruit te stappen, terug naar de mat op de grond.
Ik heb bijna volledige ontsluiting, nog één richeltje langs de zijkant zit in de weg.
Ik mag nog niet meegaan in mijn persweeën.

Ons kindje is nog omhuld door haar veilig beschermvlies, het is tijd om dat los te laten.
Niet veel later gebeurt het spontaan. Ik voel een enorme ontlading; er splasht een grote golf water over de vloer. Dat is al wat minder volume dat moet passeren door het geboortekanaal.

De persfase is aangebroken. Tweede vroedvrouw L komt mee assisteren, haar zachte draagkracht is een mooie toevoeging aan het team.
Ik zit op een baarkruk, zoekend naar de juiste manier om ons kindje naar buiten te persen, mijn aandacht is bij haar en bij mijn bekken. Ik voel haar heeeeel langzaam zakken, millimeter voor millimeter, terwijl ik alle kracht geef die ik heb.

Voor de vroedvrouwen tikt de tijd voorbij, voor mij is het een vaag begrip.

Sterke bekkenbodemspieren weerhouden ons kindje om de laatste afstand naar buiten vlot af te leggen.

De vroedvrouwen merken dat het vruchtwater licht gekleurd is en de baby laat weten dat er niet veel reserve meer is.
“Nog een drietal persweeën en dan vertrekken we naar het ziekenhuis” zegt K. Ik voel geen weerstand om naar het ziekenhuis te gaan, ik vertrouw erop dat dit het beste zal zijn.

Voor Jelmer voelt de mogelijke verhuis dan weer heel spannend aan…

Ik geef nog alles wat ik heb bij de volgende weeën, Jelmer zit achter me en tussen twee weeën door leun ik in zijn armen om op adem te komen.

“We gaan naar het ziekenhuis”.
K loopt de ruimte uit om het ziekenhuis te bellen. L en Jelmer blijven bij me, ik zit gehurkt op de grond, één been wat hoger dan het andere. L heeft een broekje in haar hand om me aan te kleden voor de overtocht. “Ik voel een wee aankomen” zeg ik, “pers maar mee” antwoordt L.
Er trekt een waas rond me, ik beleef alles alsof het een film is, plots gaat het heel snel. “Het hoofdje is er!” roept L. K snelt de kamer terug binnen, na de volgende wee is onze dochter er helemaal, plots, als een pijl uit een boog.
Daar ligt ze dan, onder me, een paars – blauw wezentje, omgeven door bloed, huilend.
Ik ben perplex, na enkele tellen breng ik uit “wat moet ik doen?”
“Pak haar maar” zegt de vroedvrouw, ze reikt haar aan.

Samen met Jelmer verzetten we ons naar de bank, dicht tegen elkaar aan, onze dochter op mijn borst, zoekend naar mijn tepel.
Mijn benen zijn opgetrokken, met een dekentje over.
Aan de overkant zijn K en L in de weer om de scheur, die het mogelijk maakte dat onze dochter vlot haar weg naar buiten vond, te hechten en te verzorgen.
Tussendoor krijg ik een cocktail van geneeskrachtige kruiden toegediend om aan te sterken.
Onze dochter vindt al snel de weg naar mijn borst en begint te drinken.
Ik zoek mij een weg tussen het discomfort van de hechting, de sensatie van de eerste borstvoeding en Jelmers zachte lippen op de mijne als natuurlijke pijnstilling.

In de loopt van de namiddag en avond vinden we steeds meer verzachting en verbinding in de geborgen cocon van de geboortekamer.
We nestelen ons in het grote bed, de tijd blijft een vaag begrip. Voor we het weten is het avond. K kookt een heerlijk avondmaal en we mogen nog een nachtje blijven slapen om in de plooi te vallen en een handvol aan nieuwe dingen te leren als prille ouders.

Pas enkele dagen later, goed en wel thuis gekomen, stromen mijn eerste tranen.
Na een borstvoedingssessie komen de beelden terug van de laatste momenten van de bevalling. De waas die ik toen voelde trekt langzaam weg en maakt plaats voor tranen en mijn hart dat zachter wordt, ruimte maakt voor liefde; het doet haast pijn.
Ik zie het beeld opnieuw voor me van hoe onze pasgeboren dochter onder me ligt.
Het gevoel van hulpeloosheid maakt plaats voor het beeld van mijn handen die zich naar haar uitstrekken, zachtjes oprapen en dicht tegen me aandrukken.

“Ik zie haar zo graag” is het enige dat ik kan uitbrengen als Jelmer naast me komt zitten en me vragend aankijkt terwijl er een waterval van tranen en moederliefde stroomt.

In de dagen en weken die volgen gebeurt het nog soms in het klein. Dat ze huilt en dat de hulpeloosheid wat tijd nodig heeft om ruimte te maken voor zachtheid en liefde.

 

Bevallingservaring geschreven door een papa:

Als kersverse vader kan ik met volle overtuiging zeggen dat onze thuisbevalling met een ervaren vroedvrouw een onvergetelijke, bijzonder positieve ervaring was.

Vanaf het begin van ons traject bij de vroedvouw voelden we dat we in goede handen waren. Ze nam tijd om naar onze wensen te luisteren, ons praktisch te informeren over het proces en ook alle stappen zorgvuldig uit te leggen. Dit zorgde ervoor dat onze keuze naar een thuisbevalling juist aanvoelde. We konden het in vertrouwen en comfortabel tegemoet gaan.

De vroedvrouw straalde met haar jarenlange ervaring een geruststellende kalmte uit. Dit verminderde aanzienlijk de spanningen en nervositeit die vaak gepaard gaan met het onbekende dat ons te wachten stond. Haar aanwezigheid (en die van haar collega) gaf ons vertrouwen en het comfort dat we nodig hadden: een hoge mate van professionele zorg in ons eigen huis!

Een van de meest opmerkelijke aspecten van het prenatale traject en die van de thuisbevaling was de persoonlijke aandacht die we kregen one- to- one. Er werd zo een sfeer gecreëerd waarin mijn partner zich op haar gemak voelde en in staat was om op haar tempo te bevallen zonder het gevoel te hebben dat er haast bij was. Dit is volgens mij één van de grootste contrasten met ziekenhuizen waar de tijdsdruk en arbeidsdruk het tempo bepalen ipv de natuurlijke intelligentie haar gang te laten gaan.

De thuisomgeving voegde een extra dimensie toe van comfort en intimiteit. In de vertrouwde omgeving kon H. zich volledig overgeven aan het bevallingsproces. Door gedimd licht, kaarsjes, de juiste temperatuur, zachte muziek enz, ontstond er de juiste warme, en ontspannen sfeer die bijdroeg aan het gevoel van harmonie en vertrouwen tijdens de geboorte.

Wat ik ook op prijs stelde, was mijn betrokkenheid die ik kreeg van de vroedvrouw om mee te werken tijdens de arbeid en bevalling. Ze moedigde mij aan om actief deel te nemen en stelde mij gerust als dat nodig was. Dit maakte het een heel waardevolle beleving voor mij als partner omdat ik hierdoor en een ondersteunende rol kon blijven ipv aan de kant gezet te worden.

Wat een thuisbevalling zo mooi maakt is dat de baby ter wereld komt in een rustige, serene en sfeervolle ruimte. De rustige aan pak van de vroedvrouwen waarbij de baby gerespecteerd wordt in zijn tempo, huid -op-huid gelegd wordt, de navelstreng die mag uitkloppen, de tijd en rust die genomen wordt om de baby te evalueren en aan de borst te brengen. Fijn was het om tijdens de verzorging van mijn partner ook als vader de baby huid-op-huid te mogen leggen. Zalig genieten in onze eigen huis, zonder weg te moeten naar een ziekenhuis. Continuïteit in zorg en genieten. Dit zorgt voor rust. Je kunt in je bubbel van liefde blijven die een geboorte meebrengt.

Kortom, het was een reis die ons dichter bij elkaar bracht en ons met een diep gevoel van voldoening en dankbaarheid achterliet. Ook voelt het als een kado die we onze dochter konden schenken om op een zachte en liefdevolle manier ter wereld te komen.

We wensen daarom iedereen en vooral de kindjes die ter wereld willen komen, dezelfde mooie startervaring!

 

Bevallen in de naweeën van een orkaan…

Bevallingsverhaal door de ogen van een vroedvrouw

T. was hoogzwanger van haar derde kindje op 9 juli 2024 toen een extreme wind met orkaanallures over Heffen en Leest raasde. In het landschap werd een 4,5 km lange lijn getrokken van half afgeknakte bomen, gevelde hoogspanningspilonen en verwoeste daken. Alles wat los lag werd opgepakt en kwam een eind verder terecht.

T. was uitgerekend voor 7/07/24 en woonde in de pastorijwoning van Heffen naast de St- Amanduskerk die haar toren verloor. Je zou als hoogzwangere niet veel meer nodig hebben om terstond te bevallen.

Daarom belde ik haar die avond op omdat ik toch een beetje bezorgd was. Ik hoorde gelukkig dat ze het goed had kunnen relativeren en het hoofd kon koel houden. Ze vertelde dat ze juist naar binnen waren gelopen met de 2 andere kindjes omdat het zo grijs en stormachtig werd. Binnen gekomen hoorden ze heel wat gerommel en gekraak, gevolgd door een doffe plof.

Ze zagen niets door de vensters alsof er een grijze, dikke mist hing. Toen de grote stofwolk opgetrokken was, zagen ze geen kerktoren meer. Verdwenen…en dit op een goede 10 meter van hun huis. Hij was terechtgekomen op de hoofdbeuk van de kerk en overal lagen brokstukken en houtsplinters.

In hun tuin was een grote walnootboom op een scheidingsmuur gevallen en 2 andere stonden er ongelukkig scheef bij.

De volgende dag ging ik op huisbezoek om zeker te zijn dat het allemaal niet teveel impact had op moeder en kind. Ze was een paar dagen over de uitgerekende datum maar alles leek mij in orde. Een reaktieve baby en een moederlijf dat zich normaal aan het voorbereiden was om te bevallen. We spraken nog wat over het hele gebeuren en toen merkte ik wel dat het haar iets gedaan had. Daarom gaf ik haar wat Bach bloesems om stress en ongemak haar lichaam en geest niet teveel zouden beïnvloeden in de voorbereidende fase van de bevalling.

Haar man was zeer ondersteunend en haar mama stond klaar om alles in goede banen te leiden met de andere 2 pagadders.

Twee dagen later, na een actieve nacht, was het zover. Stevige contracties volgden elkaar op en ze vroeg mij om te komen. Ik verwittigde een studente en de 2de vroedvrouw die van wacht stonden om de thuisbevalling te begeleiden samen met mij.

Aangekomen op het kerkplein zag ik pas de echte ravage. Brokstukken overal, de kerk die leeggehaald werd; kandelaars, stoelen, misgewaden, beelden, kelken…alles werd in verhuiswagens geladen en weggevoerd.

Van aan de voorgevel van de pastorijwoning (waar T. woonde) tot aan de overkant van de straat was er een timmerwerf georganiseerd. De straat was afgesloten met een groot hek en ketting met hangslot. Hoe moest ik hier binnen geraken met al mijn bevallingsmateriaal?

Maar gelukkig waren de werklui verwittigd van de thuisbevalling. Ze riepen van boven op wat er overschoot van het torengebouw, dat ik alleen binnen mocht. Ze gaven de code om het hangslot van de ketting te kunnen openen en wel op voorwaarde dat ik hen zou verwittigen van de goede afloop van de bevalling. Ik onderhandelde nog even om het lawaai voor de voordeur een beetje te beperken en met veel begrip schoven ze de grote zaagmachines een aantal meters op. Allemaal geen probleem voor een baby op komst…

Dit was vroeg in de voormiddag en rond de middag beviel T. van haar derde zoon en konden we het goede nieuws brengen samen met de trotse vader. De enthousiaste kreten van bovenop het dak waren geweldig. Toch nog mensen die het leven kunnen vieren met levensechte oprechtheid. Dat deed mij deugd en kreeg tranen van in mijn ogen. Hoe rampspoed en levensvreugde naast elkaar konden bestaan… Het nieuwe leven werd gevierd boven op het puin van een omgevallen toren die wonder boven wonder niet op hun huis was terecht gekomen. Bestaat er dan toch zoiets als een engelbewaarder?

Bij mijn vertrek na de bevalling, kreeg ik van bovenaf een groet van de mannen met hun hand op hun hart gedrukt en een diepe buiging. Nog nooit was ik zo uitgewuifd geweest. Het raakte mij heel diep! Ik zal het meenemen voor altijd…

De volgende dagen werd ik steeds met een brede glimlach en veel respect ontvangen op de ‘werf’ aan de voorgevel van de pastorijwoning waar kleine O. geboren werd.

Lawaai was er elke dag maar ze hadden gezorgd voor gedempte werkmachines en pastte vaak hun werkzaamheden aan aan de ‘slaapjes’ van moeder en kind. Het leek erop of elke stoere werkman al zijn zachtheid en empathie wilde bovenhalen om tegemoet te komen aan de noden van het gezin. Ongelofelijk toch? Hun vaderhart sprak op de juiste toon!

Tof om dat mee te maken…